Stoffen

Plumeau, liefst met uitschuifbare stok. Met een plumeau kun je snel stoffen en makkelijk langs allerlei randjes komen.

Stofdoek. Met een stofdoek krijg je het beter schoon, omdat je meer kracht gebruikt.

Stof zit in de lucht en gaat op je meubels en spulletjes zitten. Meubels en spullen waar stof op ligt, stof je af.

Als je nooit stoft komt er een dikke laag stof op je spullen te liggen. Van stof kun je gaan niezen. En het is niet goed voor je spullen.

Eerst ruim je op.

Je stoft van hoog naar laag. Je kunt het beste één keer in de week stoffen.

Je soft in alle hoeken en randen boven en beneden. Ook achter de bank en kasten, daar kunnen ook spinnenwebben zitten. Die haal je weg met de plumeau.

Je stoft op tafeltjes en de kasten, in de kasten en plankjes.

Alle spullen op de tafeltjes, kasten en plankjes stof je ook af.

Natte plekken en vlekken stof je niet af. Die maak je schoon met een nat doekje.

Als je klaar bent met stoffen klop je eerst je stofdoek of plumeau uit. Uitkloppen doe je buiten. Anders wordt binnen alles weer stoffig. Als je stofdoek vies is, gooi je die in de was.