Opruimen

Na de maaltijd kan er nog wat eten over zijn. Dit eten kun je bewaren. Je kunt het een andere keer opwarmen en opeten.

Doe het overgebleven eten in een bakje met een deksel. Laat eerst het eten afkoelen voordat je de deksel erop doet.

Schrijf op een papier de datum van die dag en het eten wat in het bakje zit. Plak dit papier op het bakje. Zet het bakje daarna in de koelkast. Wel binnen twee dagen opeten.

Het eten kan ook in de vriezer bewaard worden. Het eten blijft dan langer goed, je kunt het 2 maanden bewaren. Je kunt meerdere porties koken en die invriezen.

Ruim na het eten de kookspullen op die op het aanrecht en de kookplaat liggen. Etensresten doe je in de groenbak. Lege verpakkingen bij het plastic of oud papier.

Vieze kookspullen zet je bij elkaar, klaar voor de afwas. Etensresten kunnen de afvoer verstoppen. Leg daarom een zeefje voor de afvoer. Dat vangt de etensresten op.

Vet hoort ook niet in de afvoer. De afvoer kan daardoor verstoppen. Er komt dan een grote prop in de afvoerbuis en het water kan niet meer weg. Haal daarom vet uit de koekenpan met een stuk keukenrol. Gooi dat papier daarna in de afvalbak.

Afwassen kan met de vaatwasser of met de hand. Voor het afwassen met de hand heb je warm water, afwasmiddel en een afwasborstel of sponsje nodig. Begin met de kookspullen die het minst vies zijn, zoals de glazen. Het laatst was je de pannen.

Na de afwas kun je gaan schoonmaken. Maak een sopje met warm water en allesreiniger. Poets het aanrecht, de kookplaat en gootsteen goed schoon. Dan ziet de keuken er weer mooi uit en ruikt lekker fris. Zo is de keuken klaar voor de volgende dag.

Poets de spoelbak na het weggieten van het vieze sopje.