Wassen

Doe de trommel niet te vol. Het water met de zeep kan er anders niet goed langs. En je was wordt dan niet schoon.

Beha’s moeten in een wasnetje als je gaat wassen.

De deur van de wasmachine goed dichtmaken. Bij de meeste wasmachines gaat de machine niet aan als de deur nog open is.

Je hebt verschillende soorten wasmiddel. Poeder.

Of vloeibaar. Ze zijn allebei goed.

Er is wasmiddel voor gekleurde was en voor witte was. Wasmiddel voor witte was is niet goed voor gekleurde kleding. De kleuren worden minder.

Het is belangrijk dat je genoeg wasmiddel gebruikt. Gebruik je te weinig wasmiddel, dan wordt je was niet schoon. Gebruik je te veel dan blijft het in je was zitten of in je wasmachine.

Gebruik een maatbekertje , of de dop, om het wasmiddel af te meten

Je mag wasverzachter gebruiken. Maar het moet niet. De was gaat er lekker van ruiken en het wordt zacht. Maar als je je was in de droger doet wordt de was ook zacht. En ook als je de was strijkt.

Kleren en handdoeken die niet erg vuil zijn horen bij de gewone was. Gewoon wasgoed kun je op 30 graden wassen. Dan wordt het goed schoon.

Was die heel vies is, moet je juist extra heet wassen, op 60 graden. Anders wordt het niet goed schoon.

Er is ook speciaal wasgoed, dat je heel voorzichtig moet wassen. Bijvoorbeeld WOL. Was dit met een speciaal wasprogramma, of met de hand. Anders wordt het snel lelijk. Of het krimpt.

Een handje op het waslabel? Dan mag het niet in de machine! Bijvoorbeeld een leren broek of jas.

Stel het programma in en zet de wasmachine aan. In het boekje van de wasmachine kun je uitleg vinden.

Bij een wasprogramma hoort wassen, spoelen en centrifugeren. Dat kost tijd. Een wasprogramma duurt meestal tussen de 1 of 2 uur. Soms kun je op de wasmachine zien hoe lang het programma nog duurt.

Schoon nat wasgoed moet je niet in de trommel laten zitten. Dan gaat het stinken. Dus haal het er op tijd uit. Meestal hoor je een geluid of gaat er een lampje branden, als de was klaar is.

Door het wassen, zit de was vaak in elkaar gedraaid. Haal je wasgoed er voorzichtig uit en leg het in je wasmand. Ga niet trekken anders scheurt het of rekt het uit.

Je kunt de wasmachine deur en lade voor wasmiddel open laten staan om het te laten drogen en luchten.